Himba, van rode klei tot smartphone

Deel dit artikel:

Langzaam slingerde de rook langs haar lichaam omhoog, een wel heel vreemde manier van een douche nemen. In het lemen hutje waar we binnen zijn gegaan, krijgen we een demonstratie van hoe de Himba zich wassen. Niet met water en zeep, zoals wij gewend zijn, maar met rook. De Himba is een stam die in Namibië leeft. Ze vallen vooral op door hun uiterlijk, hun huid is besmeerd met een rood goedje, een combinatie van aarde, vet en kruiden. Het beschermt de huid tegen de zon. De vrouwen dragen hun haar ook in striemen van klei, waar aan de uiteinden plukjes haar uitkomen. Op hun hoofd dragen ze een soort kroontje van geitenleer. Hun kleren bestaan ook, net zoals het kroontje op hun hoofd, uit geitenleer. Al met al een opvallende verschijning.

 

We zijn neergestreken in een Himbadorp nabij in Namibië. Het dorp ligt op het landgoed van een blanke boer. Omdat hij met een Himbavrouw getrouwd is, mocht de hele stam op zijn landgoed komen wonen. We mogen een kijkje nemen in het dorp en in het leven van de Himba. Als de chief ons ziet aankomen, legt hij snel nog even zijn smartphone aan de kant. Ook in Himbaland is de moderne technologie doorgedrongen. De chief legt bewust de telefoon snel weg, want dat is natuurlijk niet wat Westerlingen willen zien. Westerlingen willen traditie en authenticiteit zien, daar past geen moderne vooruitgang bij. Maar laten we eerlijk zijn, op alle plekken op de wereld waar Westerlingen komen, zijn ook hun luxe producten doorgedrongen. We kunnen het de mensen natuurlijk ook niet kwalijk nemen. Het is een vreemde paradox, wij zoeken naar authenticiteit los van al onze luxe en de mensen die we daarvoor opzoeken, zoeken naar Westerse luxe producten.

 

De Himba leven van oorsprong van de veeteelt, ze leiden hun geiten over de savanne. De Himba in dit dorp hebben ook geiten, maar leven met name van de opbrengst van de toeristen. Ze leiden ons rond door hun dorp, waar ik me zelfs van afvraag of ze daadwerkelijk in het dorp wonen. Ze vertellen over hoe de Himba leven en vervolgens staan de spullen uitgestald voor de verkoop.

De plaatjes zijn prachtig, want mooi en fotogeniek zijn deze mensen wel, daarbij schuwen ze de camera niet. Maar er zit weinig diepgang in het bezoek. Het komt niet tot een gesprek over hoe het leven er voor de mensen uitziet, hoe ons leven eruitziet, wat de verschillen en de overeenkomsten zijn. Het lijkt ook niet de bedoeling dat we te lang blijven. Want na het verhaal en het uitstallen van de spulletjes is het tijd om te gaan. Olaf blijft nog wat hangen, hij wil nog graag foto’s van deze mooie mensen maken. Maar na ongeveer een half uur verlaten we het dorp weer.

Ik denk na over wat ik nu echt van dit soort bezoekjes vind. Ik denk na over de essentie van reizen. Is dit reizen in de diepste vorm: snel door een dorp heen wandelen en dan weer gaan. We houden afstand, komen niet nader tot elkaar en blijven vreemden voor elkaar. Waarschijnlijk snappen we niets van elkaars wereld. En kunnen we ons beiden niet voorstellen hoe de ander leeft. We mogen een glimp opvangen van hoe de Himba leven, zonder er in te kunnen onderdompelen.

Heb ik dan spijt dat ik het Himbadorp bezocht heb? Natuurlijk niet! Ook uit de ervaringen die niet zo diepgaand zijn, haal je weer je leermomenten en ervaringen. De Himba zijn prachtige mensen. Ik heb van ze mogen leren dat niet alles is wat het lijkt, ik heb geleerd dat het goed is dat ook de afgelegen stammen luxe producten kennen. Zo zit de wereld gewoonweg in elkaar. Moderne producten zijn niet alleen aan ons Westerlingen voorbehouden. En we hebben niet het recht om andere mensen deze producten te onthouden, alleen maar omdat het niet in ons plaatje past. Wat ik overigens van deze moderne producten vind, is een heel ander verhaal. Laten we zeggen dat het niet slecht is dat ze er zijn, als we er maar op een wijze en verantwoorde manier mee omgaan.

 

 

Deel dit artikel: