Van de gebaande paden op toeristisch Bali

Deel dit artikel:

Sommige mensen vinden Bali het paradijs, anderen vinden Bali een toeristische trekpleister, die je beter kunt overslaan als je Indonesië bezoekt. Je kunt vinden van Bali wat je wil, maar mooi is het er zeker. Laten we zeggen dat de mensen Bali niet voor niets hebben ontdekt. 

Ubud

Tijdens onze reis door Bali strijken we als eerste neer in Ubud. Een stad in het binnenland van Bali, die door veel toeristen wordt aangedaan. Ubud staat ook wel bekend als de stad van de ambachtslieden, want in de dorpjes rondom Ubud wonen en werken o.a. houtbewerkers en zilversmeden. Als je in Ubud bent, loont het echt de moeite om een kijkje te gaan nemen in één van de dorpjes. Ubud is een leuk stadje waar je heerlijk kunt rondstruinen. Er zijn mooie tempels, zoals de Monkeytempel, waar de apen, als afstammelingen van de God Hanuman, leven als kleine prinsjes. Of de Saraswatitempel, die verstopt ligt tussen de Starbucks en Café Lotus. Ondanks dat Ubud toeristisch is, geniet ik van de fijne ontspannen sfeer die er hangt. Altijd, als ik vanuit de hectiek van het leven van alledag in Azië kom, voelt het als een warm, ontspannen bad waar ik in terecht kom. De ongedwongen sfeer die er hangt voelt als een verademing. Langzaam kom ik in Ubud, na een drukke periode op het werk, tot mezelf. Dit is één van de redenen dat ik zo van reizen houd. Ik kan dan stilstaan en inzien wat daadwerkelijk belangrijk is in het leven. Ik kan alle illusies die ik creëer omtrent werk, status, stress loslaten. Soms vragen mensen me wel eens of ik dan niet vlucht voor de realiteit. Ik heb me dit zelf ook wel eens afgevraagd. Als ik er over nadenk, denk ik dat ik net het tegenovergestelde doe. In onze maatschappij ligt het vluchten in allerlei illusies en schijnveiligheden op de loer. Als ik op reis ben, kan ik dit allemaal loslaten. Ik kan weer voelen. Ik kan letterlijk afstand nemen van mijn dagelijks leven en onderzoeken of dit nog altijd het leven is zoals ik het wil leiden. Ik kan bij mezelf voelen of het nog goed voelt of dat er knelpunten zijn. Ik kan nadenken over wat ik wil handhaven of wat ik net in mijn leven zou willen veranderen en hoe ik dat dan zou kunnen veranderen. Ik krijg inspiratie en inzicht. De beste beslissingen die ik in mijn leven genomen heb, zijn geboren tijdens een reis, net omdat ik dan fris en vanuit een andere invalshoek kan kijken.

Tegallalang

We hadden ons voorgenomen om het Balinese binnenland in te trekken en we besloten om in Tegallalang, een klein dorp niet ver van Ubud een aantal dagen in een homestay te verblijven. Tegallalang staat bekend om de mooie rijstterassen. Er zijn echter niet veel mensen die in Tegallalang verblijven. De meeste mensen bezoeken de rijstterassen vanuit Ubud of zelfs vanuit Kuta, Sanur of Candidasa. We verbleven in Tegalalang in de kleine, leuke homestay Dukuh Village van de familie van Made Arka. We maakten kennis met zijn familie: vrouwlief, dochter, zoon en oma. Oma verzuchtte telkens als ze ons zag dat het ‘kaboesj’ (heet) was en moest dan altijd lachen als we haar nazeiden en ook, net als zij, aan ons T-shirt trokken. Oma maakte van bamboe offerbakjes voor in de tempel. We mochten haar helpen en ze moest lachen om onze onhandigheid. Met vlotte vingers vouwde ze in no-time weer een bakje in elkaar. Inmiddels hadden ze een hele kamer vol bakjes en andere offertjes voor een ceremonie die op korte termijn zou plaatsvinden. Vol trots werd ook de moestuin en het varken aan ons gepresenteerd. Varkens blijken een soort statussymbool op het Balinese platteland te zijn en werden dan ook vaker vol trots aan ons geshowd. Met uitzicht op de rijstvelden, waar de vuurvliegjes boven dansten, zaten we op het terras voor onze kamer. We genoten van de geluiden van het platteland. Overdag trokken we er op uit om het platteland rondom Tegellalang verder te verkennen. We wandelden langs rijstvelden waar de boeren aan het werk waren. We werden vriendelijk begroet. We bezochten kleine tempels, die op dat moment meestal verlaten waren. Gelukkig hadden we eraan gedacht om onze sarong mee te nemen, want zonder sarong mag je de tempel niet bezoeken. We maakten af en toe een praatje met iemand die we onderweg tegenkwamen. De lokale bevolking ziet niet vaak toeristen door hun dorp wandelen en waren dan ook wel nieuwsgierig waar we vandaan kwamen en wat we kwamen doen. Ze vertelden ons graag over hun dorp en hun bezigheden. We ontmoetten een jongen die afgestudeerd was als Engels leraar, maar helaas geen werk kon vinden. Het blijkt dat mensen die in het onderwijs willen werken in Indonesië de overheid in eerste instantie moeten betalen voor een baan, daarna komen ze pas in aanmerking voor een betaalde baan. De meeste mensen kunnen dit echter niet betalen. Zo ook deze jongen, met als gevolg dat hij nu in een winkel werkt.

Gunung Batur

Soms kom je in een dorpje waar je de moed in de schoenen zakt. “Wat kom ik hier eigenlijk doen?” Deze gedachte hadden we ook toen we in Kintamani, aan de voet van de vulkaan Batur aankwamen. Ik zie deze plekjes altijd als een uitdaging voor je flexibiliteit. Reizen kan iedereen als je elke avond in het Hilton slaapt, maar kun je ook omschakelen als je op een plek komt waar het niet zo fraai uitziet, waar de slaapplek niet zo fijn is, waar niet zoveel te doen is en waar je je afvraagt waarom je die afslag eigenlijk genomen hebt. Het uitzicht op de Batur was heel erg mooi, het meer, waar de Batur aanlag, zag niet zo paradijselijk uit als je zou vermoeden als je aan de mooie plaatjes van Bali denkt. Het meer was vervuild, het was bezaaid met afval dat aan de waterkant dreef. We besloten te voet het dorp te gaan verkennen. We belandden via het dorp aan de oever van het meer, alwaar de boeren op hun land aan het werk waren. We maakten hier een daar een praatje met de boeren. Eén van de boeren vertelde ons dat hij zich nog de uitbarsting van de Batur kon herinneren. Het was in 1963 en hij was nog een klein jongetje. In dat jaar barstte eerst de Gunung Agung en vervolgens de Gunug Batur uit. De Batur is een actieve vulkaan en zou zomaar weer tot uitbarsting kunnen komen. Hoe zou het zijn om te leven aan de voet van een actieve vulkaan? De mensen leken wel berusting te hebben in het feit dat de Batur opnieuw tot uitbarsting zou kunnen komen. De berusting viel ons ook op toen we een aantal weken later op de luchthaven stonden om naar huis te vliegen en alle vluchten geannuleerd werden, omdat er een vulkaan op Lombok op uitbarsten stond en grote rookpluimen het luchtruim inblies. Veel Westerlingen stonden te briesen en eisten dat ze naar huis moesten. De Balinezen begrepen niets van die commotie, het was immers toch veel te gevaarlijk om te vliegen. Stiekem wenste ik dat er in Nederland ook wat meer vulkanen waren die af en toe met een dikke rookpluim letterlijk roet in het eten zouden gooien. Zou niet slecht zijn voor alle ‘drammertjes’ die denken dat alles maakbaar en controleerbaar is. De volgende dag zouden we weer vertrekken uit Kintamani. Om drie uur ’s nachts werd ik wakker van een enorme herrie. Vrachtwagens reden af en aan, zwaar beladen met lavagesteente probeerden ze met gierende motoren de berg rondom het dorp op te komen. De vulkaan bleek big-business op Bali te zijn en het gesteente werd vanuit Kintamani naar alle uithoeken op Bali vervoerd.

Besakih tempel

Op Bali zijn de meeste mensen Hindoe. De moedertempel van Bali is de Besakih tempel. Deze tempel is zeker een bezoek waard. Ik had besloten om een Puja te doen in de Besakih tempel. Een Puja is een offering, een soort dankbetuiging. Voor mij maakt het niet uit of je bidt tot Jezus, Allah, Boeddha, Shiva of welke god dan ook. Het gaat om het respect en de dankbaarheid. Voor mij maakt het dan ook niet uit in welke kerk, tempel of moskee ik het offer breng. De Puja bestond o.a. uit het offeren van een bakje met bloemen en vervolgens een zegening. Olaf was ondertussen aan de praat geraakt met een jongeman. Hij vertelde dat hij een half jaar in Duitsland was geweest. Hij had een gerucht gehoord dat mensen in Europa soms op vakantie gaan om bruin te worden. Toen we hem vertelden dat dat echt waar is en dat er zelfs zonnebanken bestaan om bruin te worden, viel hij van de ene verbazing in de andere. Het is altijd bijzonder om te ervaren dat alles wat voor ons vanzelfsprekend is, niet door iedereen als vanzelfsprekend wordt gezien.

Candidasa, toerisme

Vanuit het binnenland reden we langzaam richting de kust. We kwamen aan in Candidasa. Kust betekent over het algemeen ook meer toeristen. Voor veel mensen is het ‘not-done’ om in toeristenplaatsen te komen. In de reiswereld is het momenteel nogal in om van de gebaande paden af te gaan. En het is waar, van de gebaande paden afwijken, levert vaak mooie en onverwachte avonturen op. Voor mij betekent van de gebaande paden afwijken je openstellen voor nieuwe en onbekende situaties en voor de mensen die je onderweg ontmoet. Naar mijn idee kan ik ook in een toeristenplek van de gebaande paden afwijken, bijvoorbeeld door op de hoek van de straat met iemand een gesprek aan te knopen en oprecht te luisteren. Ik vind het zo boeiend om met mensen te praten over hoe hun leven eruit ziet, hoe de gebruiken in hun land zijn, hoe wij leven en dan samen zoeken naar de overeenkomsten en de verschillen. Met een chauffeur praatten we over grond kopen op Bali. Hij vertelt ons dat er veel investeerders naar Bali komen, zij kopen alles op. Eigenlijk is dat zorgwekkend voor de Balinezen. Ze zijn namelijk bang dat de investeerders alle macht naar zich toe trekken en dat ze steeds meer de handel en economie in handen krijgen. Buitenlanders kunnen vaak geen grond kopen, ze kunnen wel grond pachten. We praatten over het gezinsleven. In veel landen kijken mensen vaak vreemd op als we uitleggen dat we niet getrouwd zijn, dat we geen kinderen hebben en dat onze ouders niet bij ons in huis wonen. Dit was ook het geval op Bali. De chauffeur vertelt ons dat het op Bali eigenlijk vanzelfsprekend is dat je trouwt en kinderen krijgt. De kinderen zorgen op hun beurt voor hun ouders. Bejaardenhuizen zijn er niet. Ik denk aan onze situatie in Nederland. Nu zijn er nog bejaardenhuizen, maar hoe lang zal dat nog duren. En dan? Zullen wij in Nederland ook ooit gaan leven volgens het idee dat de kinderen voor hun ouders gaan zorgen. De chauffeur is er van overtuigd dat het in Nederland allemaal prima geregeld is. Ik grinnik, in het land der blinden is éénoog koning.

Sanur, paradijs voor Aussies

Wat de Costa del Sol voor Nederlanders is, is Bali voor de Australiërs. Aussies zijn in no-time op Bali en komen vaak om eens goed te feesten. Zo ook in Sanur, hoewel toen wij er waren het er vrij rustig was. We ontmoetten een aantal Australiërs in ons hotel. Ze moesten ontzettend lachen om de grootte van ons land. Ze konden zich niet voorstellen dat we in drie uur aan de andere kant van het land zijn. Ze vonden het grappig dat we in Nederland een Drielandenpunt hebben en dat je dus met een aantal stappen steeds in een ander land staat, stap Nederland, stap Duitsland, stap België. Wij haalden ook wat clichévragen uit de kast, zoals of het echt waar is dat je in Australië bijna letterlijk over de kangoeroes valt. Onze vooroordelen leken te kloppen. In een café dronken we Radler en keken ondertussen naar drie televisieschermen, op één scherm kon je de eredivisie volgen, op het andere de bundesliga en op het derde de champions league. Weg gevoel dat je aan de andere kant van de wereld zit, weg gevoel dat je in een hele andere cultuur bent.

Ceremonie

Op de hoek van de straat van ons hotel lag een tempel. Aan de versieringen kon ik zien dat er een ceremonie ging plaatsvinden. Ik besloot om een kijkje te gaan nemen. De tempel was volgepropt met allerlei offers, fruit, eten, snoep, maar ook kuikentjes. Een tempeldame was aan het opruimen. Ik ging rustig zitten en na een tijdje raakten we aan de praat, zei het een beetje met handen en voeten. De tempeldame vertelde dat er die avond een ceremonie ter ere van de Barong, de beschermer van de tempel, zou plaatsvinden. Ze nodigde me uit om te komen kijken. Zo’n bijzondere uitnodiging sla ik uiteraard niet af. Die avond stonden we in de tempel voor de ceremonie. Het was ontzettend druk. Iedereen was volledig in het wit gekleed. Sommige mensen deden een puja, anderen zaten met elkaar te praten. Er was niemand die vreemd naar ons keek, we werden begroet door mensen en we voelden ons erg welkom. De ceremonie duurde de hele avond, er werd gedanst, gezongen, koffie gedronken en gebeden en er werd zelfs met de Barong de straat opgegaan om een Barongdans uit te voeren. Ik voelde me ontzettend dankbaar dat ik dit mocht meemaken, dat we werden uitgenodigd voor een inkijkje in de geloofsbeleving van deze mensen.

Toeristisch paradijs

Bali heeft een paradox in zich. Er zullen mensen zijn die om Bali heenreizen, omdat Bali bekend staat als een toeristische trekpleister waar weinig nieuwe avonturen te beleven zijn. Anderen vinden Bali het paradijs op aarde. Zelf vind ik het zonde om Bali links te laten liggen als je in Indonesië bent. Bali is een uniek stukje Indonesië met een eigen cultuur. Er zijn genoeg plekken op Bali te vinden waar je geen hordes toeristen tegenkomt. Waar je door de rijstvelden kunt struinen zonder een mens tegen te komen. Waar je door dorpjes kunt wandelen waar ze  zelden een toerist zien. Waar je tempeltjes kunt bezoeken waar je in alle rust tot jezelf kunt komen. Maar ook de toeristenstadjes zijn de moeite waard, er zijn altijd wel mensen die graag met je praten over het leven op Bali. Waar je uitgenodigd wordt om een ceremonie bij te houden. Stel je open voor de mensen en je wordt met open armen ontvangen.

 

Deel dit artikel: