Momenteel lig ik heerlijk rustig op één van de vele mooie stranden van Fuerteventura. Het enige wat ik nu hoor is het breken van de golven op het strand. In de verte hoor ik wat mensen praten en af en toe hoor ik een vogeltje tjilpen. Een zacht briesje waait door mijn haar en zorgt voor een welkome verkoeling. Dit is voor mij vakantie vieren. Reizen en vakantie vieren zijn voor mij twee totaal verschillende activiteiten. Volgens de Dikke van Dale is de definitie van op vakantie gaan: reis naar en verblijf elders voor eigen plezier. De definitie van reizen is volgens de Dikke van Dale: het trekken van één plaats naar een andere. Voor mij betekent op vakantie gaan, naar een plek gaan waar alles mag en niets moet. Het motto ‘Pluk de dag’ geldt zeker voor vakanties. Ik wil dan plekjes opzoeken waar ik tot rust kan komen. Waar ik lekker samen kan zijn met mijn lief en waar ik lekker kan lezen, schrijven en mijmeren.
De Spaanse en Griekse eilanden vind ik uitermate geschikt om vakantie te vieren. De sfeer is er gemoedelijk, de natuur is prachtig, de dorpjes zijn pittoresk, de bevolking is over het algemeen vriendelijk en het eten is heerlijk. En wat deze eilanden meestal ook bieden is een zee met kristalhelder water en een strand vol heerlijk zand. Een voordeel als je in het voor- of naseizoen kunt gaan, is dat de temperatuur vaak aangenaam is en het overal nog erg rustig is, de massale groep toeristen is er dan niet, zeker op het strand vind ik dat erg aangenaam. Ik vind het namelijk niet prettig om ‘hutje mutje’ op het strand te liggen met de muziek van het entertainmentteam op de achtergrond. En ook het geronk van de bananenboot en de jetski’s behoren niet tot mijn favoriete geluiden.
Ik kan erg uitkijken naar zo’n heerlijke vakantie. Na een periode van hard werken is het heerlijk om even de accu weer opnieuw te kunnen opladen en weer nieuwe energie en inspiratie op te doen. Op Fuerteventura ben ik dan ook echt op vakantie. In mijn achterhoofd weet ik dat over twee maanden iets totaal anders op het programma staat. We reizen dan af naar Botswana, een land in Zuidelijk Afrika. Dit wordt zeker geen vakantie. Naar Botswana gaan we op reis. We gaan in Botswana een bush skills cursus in de Okavango Delta volgen en daarna gaan we zelf twee weken lang met de bushcamper door de bush. Dat is zeker geen vakantie, dat wordt avontuur. Reizen is voor mij dan ook vol verwondering nieuwe werelden ontdekken. Als reiziger heb je het voorrecht om over de hele wereld mensen te ontmoeten, hun verhalen te horen, je te mogen onderdompelen in hun cultuur en hun gebruiken en dan te mogen ontdekken dat we allemaal hetzelfde zijn, dat we allemaal hetzelfde denken, hetzelfde voelen en hetzelfde willen. Dit klinkt als een heel groot cliché, maar toch vinden we dat niet zo vanzelfsprekend. Kijk en luister maar eens om je heen hoeveel mensen denken niet dat mensen aan de andere kant van de wereld anders zijn.
De vraag is nu of we ook een beetje als reiziger op vakantie kunnen gaan. Veel mensen gedragen zich op vakantie vaak als een echte toerist. Wat bedoel ik daar nu precies mee? Een toerist vindt vaak alles raar en vreemd, houdt niet zo van het uitproberen van nieuwe dingen. Zelfs het heerlijke eten wordt dan met argusogen bekeken, toch maar liever naar de vertrouwde ‘Friet van Piet’, die op veel vakantiebestemmingen gewoon te vinden is. Maar zou het je ook lukken om als reiziger op vakantie te gaan? En wat heb je daarvoor nodig?