Het was nog even spannend of de tocht wel door zou gaan, want de mannen van het weer hadden code geel afgegeven. In de nacht van zondag op maandag hoorde ik de wind om het huis heen gieren en vreesde ik toch wel voor d’r Tsóg. Vanochtend stond echter het zonnetje aan een blauwe hemel. Dit geeft de burger moed, de optocht zal nu toch wel doorgaan.
Na nog een stevige hagelbui rond het middaguur, besluiten de weergoden dan toch dat Kirchroa een droge optocht heeft verdiend. ‘Zunt boave us och de wolke al ins jrauw, da junt vuur zinge, verdrieve vier ze jauw!’ En zingen hebben we gedaan ‘i os sjtad’.
‘Kirchroa woar richting op sie sjunst’ tijdens de grote tocht. De groepen zijn werkelijk prachtig. Ik sta altijd versteld van de creativiteit van de mensen die vaak een heel jaar bezig zijn met de voorbereidingen. Ik zie krokodillen, olifanten en prachtige zwanen voorbij komen. De flamingo’s die naar ‘d’r Jaja Jaad’ komen, zijn in de optocht alvast neergestreken. Freddy komt in vol ornaat voorbij, hij wil ‘jeer vreij breche’. Alle groepen die al jarenlang van de optocht een bonte en feestende stoet maken, zie ik voorbij trekken. Ik zie ‘Jet Jevreks’, die er weer prachtig uitzien. De Sjtèchneëlsjer zijn weer van de partij. De ‘Moeloere’, ‘Jod Jek’, ‘Oes de Moas’ ‘Sjun Jek’en nog veel meer, ze komen allemaal voorbij en hebben allemaal weer hun best gedaan om er weer mooi en kleurrijk uit te zien. De groepen worden afgewisseld door onze muziekkorpsen die ‘de ouw sjlajere’ spelen. Ik zing ze allemaal mee, want hoewel ik van geboorte geen echt ‘Kirchröatsj maedje’ ben, want ik ben opgegroeid in ‘Viele (doa woa het zoë sjun is)’, voel ik me na twintig jaar wel een echte Kerkraadse.
De ‘sjtiemoeng’ zit er goed in als aan het eind van de tsóg, ‘d’r Iëreroad en het resjiment’ voorbij komen. En dan komt als laatste ‘osse sjtadsprins Rob II’ voorbij. Zichtbaar genietend trekt hij op de wagen voorbij aan zijn eigen narrenvolk. KIRCHROA ALAAF!!!!!