Het is vandaag een jaar geleden dat we in Tibet aankwamen. Ik had ontzettend naar deze reis uitgekeken. We zouden onze gids weerzien, met wie ik tussen de vorige reis naar Tibet en deze reis heel veel contact had gehad en die voor mij als een broer was geworden. We zouden naar de paardenrace gaan en we zouden samen met onze gids naar een project gaan kijken. Allemaal mooie en grootse plannen en ik kon dan ook niet wachten totdat we in Tibet aankwamen. Het bleek allemaal anders te lopen……
In de eerste week in Tibet bleek dat zaken toch niet zo goed geregeld waren, dit leidde tot frustraties en teleurstellingen. Olaf en ik vonden het op een gegeven moment niet meer verantwoord om te blijven, want we zouden immers drie weken de bergen intrekken. De bergen in Tibet, de Himalaya, is een ruw en onherbergzaam gebied en zonder een goede voorbereiding kan het daar gevaarlijk worden. Dit risico wilden wij niet nemen. Onze gids, mijn ‘broer’, had zaken niet zo goed geregeld en voorbereid. Ik was enorm boos en teleurgesteld in hem. Hoe was het mogelijk dat hij geen voorbereidingen had getroffen? Ik begreep er helemaal niets van. Helaas was dit niet het enige wat misliep tijdens ons verblijf. Waar ik vaak op reis het gevoel heb dat het stroomt en dat alles op het goede moment komt, stroomde het hier helemaal niet. Alles liep stroef en ging mis. Olaf en ik hebben toen lang gepraat en het heeft me echt wel wat tranen gekost, maar we besloten dat het beter was om Tibet te verlaten. Het besluit voelde als een steen en een opluchting tegelijk. We konden echter niet meteen weg, we zijn nog enkele dagen gebleven. Dat was een raar gevoel. We liepen door de straten van Tibet en praatten met vriendelijke mensen. Ik houd van Tibet en het Tibetaanse volk heeft een speciaal plekje in mijn hart. Het viel me dan ook zwaar om door de straten te wandelen, wetende dat ik het land binnen de kortste keren ging verlaten. Iets in mij wilde niet weg, een ander deel in mij kon niet wachten om weg te komen. Ik wilde uit deze benarde situatie, maar ik wilde niet weg uit dit prachtige land.
Op de maandag, een week na onze aankomst, bracht onze gids ons naar de luchthaven. Het was nog even een geregel om tickets te krijgen, maar dat was uiteindelijk wel gelukt: via Xining zouden we naar Chengdu vliegen en daar zouden we op het vliegtuig richting Bangkok stappen, want we hadden besloten om niet naar huis te vliegen, maar onze reis voort te zetten in Thailand. We namen afscheid van mijn ‘broer’ in de vertrekhal, het was een vreemd afscheid en toen hij wegliep, realiseerde ik me dat ik hem wellicht nooit meer zou zien. Hij verdween niet alleen uit mijn blikveld, maar ook uit mijn leven.
Na heel wat omzwervingen via Xining en Chengdu, was ik blij dat we rond middernacht in het vliegtuig naar Bangkok zaten, een nieuw hoofdstuk. In Thailand kwamen we tot rust en bezinning. We werden volledig opgeslokt door de heerlijke relaxte Thaise sfeer, een weldaad op onze verse wonden. In Thailand konden we een beetje bijkomen en vergeten wat er allemaal was gebeurd. Dit proces was echter niet voorbij bij thuiskomst, toen kwam het besef van wat gebeurd was pas echt binnen. Het is een heel proces geweest, met een rollercoaster aan gevoelens en gedachten. Ik kon het maar niet begrijpen. Uiteindelijk heb ik het mijn ‘broer’ vergeven. Het was pijnlijk wat er is gebeurd, maar hij heeft mij waardevolle lessen geleerd. De eerste les die hij me geleerd heeft, is dat we allemaal broers en zussen zijn, allemaal met elkaar verbonden zijn, dat heb ik via hem heel erg sterk mogen voelen. Ik zie hem daarom ook nog altijd als mijn broer. Hij kwam op mijn pad om mij wijze lessen te leren en is weer gegaan en dat is goed zo. Hij heeft me ook door de situatie geleerd dat ik flexibel ben en mezelf weer weet te herpakken. De band tussen Olaf en mij is hierdoor sterker geworden, we hebben mogen ervaren dat we in moeilijke situaties op elkaar kunnen vertrouwen en dat we er samen uitkomen. Allemaal mooie en positieve lessen. Dat heeft gemaakt dat ik mijn broer heb kunnen vergeven. Daarbij denk ik dat het altijd goed is om iemand te vergeven, niet alleen voor de ander, maar vooral ook voor jezelf. Immers met wrokgevoelens blijven rondlopen en verbitterd raken is heel slecht voor je lichaam en je geest: je blijft hangen, krijgt klachten en kunt niet verder groeien. Ik kijk nu, na een jaar dan ook met een goed gevoel op onze reis naar Tibet terug. Het was op het moment moeilijk en zwaar, maar het was een belangrijk leermoment in mijn leven. We zullen vast weer eens naar Tibet reizen, want ik heb het land voor altijd in mijn hart gesloten.