We nemen plaats aan een tafeltje midden op het dorpsplein, dat op het eerste gezicht meer lijkt op een filmdecor dan op een Spaans dorpje. In de kerk, die aan het plein ligt, wordt gezongen, het is zaterdagavond een veel mensen zitten in de kerk. We zijn onderweg gestopt in het dorpje s’Alqueria Blanca. We zitten op het dorpsplein van dit plaatsje, waar we al een aantal langsgereden zijn en waar we een leuk restaurantje zagen liggen. Het plaatje is compleet, een Spaans dorpje, een gezellig dorpsplein met mooie huizen eromheen. Het plaatje wordt nog completer als we de bestelde tapas geserveerd krijgen. Het eten is werkelijk heerlijk: olijven, brood met aioli, Patatas Bravas. Spaanser dan dit gaat het niet meer worden.
We zitten op Mallorca, ik denk dat de meeste mensen dit eiland niet als pittoresk en authentiek zullen beschrijven. Mallorca is vooral bekend als party-eiland. Echter naast de toeristische plekken, inclusief hoogbouwhotels die de kustlijn ontsieren, zijn er ook nog veel karakteristieke dorpjes te vinden op Mallorca. Naast deze dorpjes zijn er ook nog stille baaitjes te vinden. Echter zelfs met de Tomtom en de wegenkaart is dat nog even zoeken.
“Bestemming bereikt,” zegt de ‘mevrouw’ uit onze Tomtom. We rijden een doodlopende straat in. Olaf foetert dat die Tomtom echt waardeloos is, waar we dachten een afgelegen baaitje aan te treffen, zien we niets dat in de verste verte op een strand zou moeten lijken. We staan in een doodlopende straat midden in een woonwijk. Olaf heeft inmiddels zijn auto al gekeerd, als ik in mijn ooghoek een landweg zie. “Zullen we daar eens inlopen?” Olaf ziet het eigenlijk niet zitten, maar gaat toch mee. We zien een stel een bospad oplopen en lopen achter hun aan. Ondanks dat het stel duidelijk laat merken dat ze toe zijn aan een beetje privacy, besluit Olaf toch aan ze te vragen of ze weten waar we Cala Brafi kunnen vinden. Een walm alcohol komt ons tegemoet als het stel ons vriendelijk te woord staat. Als we naar Cala Brafi willen, dan moeten we de landweg aflopen, aan het eind van de weg over een muur klimmen en dan via een rotspad naar beneden klauteren. Het klinkt in elk geval erg spannend. We gaan op weg. Het stel had gelijk, na een tijdje staan we voor een muur, waar we overheen klimmen. Vanaf het rotspad zien we het baaitje al liggen. Het is prachtig. Door rotsen, begroeid met struiken en planten, omzoomd, ligt er een wit strand met een azuurblauwe zee. Voorzichtig glibberen we het rotspad naar beneden. Het baaitje is, op een groepje opgeschoten jeugd na, verlaten. De baai is mooi, de sfeer is ontspannen en kalm en we genieten een tijdje voordat we weer aan de klim naar boven klimmen. De zon begint ondertussen langzaam onder te gaan. We willen voor het donker weer graag in het dorp zijn, want in het donker het rotspad opklimmen, lijkt ons geen goed plan. Wat is dit strand een schril contrast met het strand in s’Arenal waar we een uur eerder stonden. Het is bijna niet te geloven dat deze plekken op hetzelfde eiland liggen, het lijkt wel een andere wereld.
s’Arenal is het toeristenwalhalla van Mallorca, voor sommige mensen dan wel te verstaan. Het stadje ligt naast Palma de Mallorca, de hoofdstad van Mallorca en staat bekend om de Ballermann en de Duitse Bierstuben. We lopen over de boulevard langs het strand, waar de mensen als op een mierenhoop door elkaar krioelen. Verbaasd vragen we ons af wat mensen hier nu leuk aan vinden. Ieder natuurlijk zijn eigen plezier en als je van feesten houdt, moet je s’Arenal zeker niet overslaan, maar wij hebben het al snel gezien.
Op Cala Brafi denk ik weer even terug aan het strand van s’Arenal. Wat zijn beiden stranden toch verschillend. Cala Brafi is overigens één van de vele baaitjes van Cales de Mallorca en ligt in de buurt van Cala d’Or in het zuid-oosten van Mallorca. Het is even zoeken naar stille afgelegen baaitjes. Rondom de meeste baaitjes van Cales de Mallorca liggen veelal hotels en worden de strandjes overdag druk bezocht. Het vinden van stille baaitjes vraagt vaak wat zoek- klim- en klauterwerk.
Mallorca heeft voor ieder wat wils. Of je nu een feesttoerist bent, die op zoek is naar zon, zee en feesten of je bent de reiziger die van de gebaande paden af wil gaan. Voor die laatste groep heb ik nog een goede tip: leen onze Tomtom, ik weet niet welke instelling deze heeft, maar we worden af en toe over paadjes heen geleid, waar in geen velden of wegen een toerist te bekennen is. Deze weggetjes, waar we altijd maar hopen dat er geen tegenligger komt, lopen langs velden ommuurd met kleine terracottamuurtjes met boomgaarden, met af en toe grazende schapen of geiten onder de bomen. Langs boerderijen met grote windmolens op hun dak of langs rotsachtige kuststroken met af en toe in de verte een vuurtoren.
Verdere tips voor reizigers of feesttoeristen en alles wat daar tussenin zit:
- Palma de Mallorca, de hoofdstad van Mallorca is zeker een bezoek waard. Je kunt urenlang dwalen door de smalle, Spaanse straatjes genietend van de terracottagevels met leuke balkonnetjes. Palma heeft een mooie kathedraal, La Seu. De kathedraal is van de buitenkant zeer imposant. Je voelt je heel klein als je langs de hoge en rijk versierde gevels omhoog kijkt. Ook het interieur van de kathedraal is zeer de moeite waard om te bekijken. Een deel van het interieur is ontworpen door Gaudi. La Seu ligt vlakbij de yachthaven, het is leuk om eens langs de kade te struinen en de speeltjes van de rijken der aarden te bekijken. We zochten een tijdje naar het station van het oude trammetje dat op en neer naar Soller rijdt. Het stationnetje ligt een beetje verstopt in de buurt van Placa de Espagne. Helaas waren we te laat. De tocht schijnt echter de moeite waard te zijn en Soller schijnt een leuk dorp te zijn.
- De ochtendmarkt van Sineu, een stadje op het midden van het eiland. Op woensdagochtend is er een markt in Sineu waar zowel de Spanjaarden zelf hun groente en fruit kopen, maar waar je ook leuke souvenirs en andere snuisterijen kunt kopen. Mocht je graag wat rust hebben op de markt en niet tussen honderden andere toeristen willen lopen, kom dan vroeg, tegen half 9, dan is het nog rustig. Later op de ochtend komen de toeristen met busladingen tegelijk en dan is de lol er, wat ons betreft, wel vanaf
- Es Trenc, een prachtig strand in het zuiden van Mallorca. Op Es Trenc waan je je in het Caribisch gebied, het strand is hagelwit, de zee azuurblauw. Achter het strand liggen zandduinen, waarachter een mooi natuurgebied ligt. Op het strand is voor ieder wat wils: als je het strand oploopt, liggen er restaurantjes, je kunt er stoelen huren en daar is het relatief druk, je kunt er ook voor kiezen om wat verder door te lopen, daar vind je rustige plekjes om op je handdoek te liggen.
- Alcudia, een stadje in het noorden van Mallorca, ligt aan de gelijknamige baai. Deze baai is erg toeristisch. Je rijdt eerst langs hoge hotels alvorens je in het historisch centrum van Alcudia komt. Het centrum wordt ommuurd door een oude stadswal, waar je deels overheen kunt lopen en kunt uitkijken over het stadje. Alcudia heeft nog veel authentieke straatjes en een dorpsplein met leuke restaurantjes.
- Cala d’Or, net als s’Arenal een plek waar veel toeristen komen, echter in tegenstelling tot s’Arenal is hier geen boulevard met een tjokvol strand en ook geen bierstuben. In Cala d’Or vindt je vele leuke restaurantjes, waar je overigens vaak in het Nederlands wordt aangesproken, omdat er in de bediening veel Nederlands personeel werkt. Het is leuk om de avond door te brengen in Cala d’Or. Zoek een Tapasbar op en geniet van het eten en de sangria.
- Onze laatste tip: huur een auto, zodat je het hele eiland kunt verkennen. Je kunt dan zelf kiezen of je de toeristische plekken opzoekt of net ontvlucht.
Het toeristenseizoen loopt op Mallorca van april tot eind oktober. In de zomer is het op Mallorca erg warm en ook erg druk. Wil je de drukte of de warmte omzeilen, kom dan in het voorjaar of het najaar. Het is dan een stuk rustiger op Mallorca en de temperatuur is erg aangenaam. Houd er wel rekening mee dat vanaf half oktober verschillende restaurants en winkels al hun deuren sluiten voor de winterstop. Kom je na oktober dan zijn de meeste stadjes, zoals Cala d’Or veranderd in spookstadjes.
